Echografie in de diagnostiek van dysplastische heupontwikkeling

Klinische praktijk
R.M. Castelein
P.F. Doorn
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:1804-8

De term ‘congenitale heupdysplasie’ is misleidend en kan beter vermeden worden. Coleman schreef al in 1956 dat een heupluxatie niet altijd al bij de geboorte aanwezig hoeft te zijn.1 Klisic stelde in 1989 voor om de term ‘developmental dysplasia of the hip’ te gebruiken om het dynamische aspect van de aandoening te benadrukken,2 en deze term heeft inmiddels in de internationale literatuur op grote schaal ingang gevonden.3 De term ‘dysplastische heupontwikkeling’ (DHO) lijkt ons een goede, hoewel niet letterlijke vertaling hiervan; deze naam doet meer recht aan de verschillende uitingsvormen van deze klassieke orthopedische aandoening.

Het totale spectrum van DHO omvat instabiele heupen, die op verschillende tijden na de geboorte – soms pas als het kind gaat lopen – kunnen subluxeren of luxeren, maar ook stabiele heupen waarbij zich een te steil acetabulum ontwikkelt, met vroegtijdige artrose als mogelijk gevolg: van de patiënten die op latere leeftijd…

Auteursinformatie

Ziekenhuis De Weezenlanden, afd. Orthopedische Chirurgie, Groot Wezenland 20, 8011 JW Zwolle.

Dr.R.M.Castelein, orthopedisch chirurg; P.F.Doorn, co-assistent.

Contact dr.R.M.Castelein

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties