Samenvatting
Op grond van beschikbare gegevens van serologisch onderzoek, al dan niet bevestigd door chirurgische en (of) pathologischanatomische bevindingen blijkt dat in de periode 1981-1986 echinokokkose, net als daarvoor, vooral een importziekte is. Meer dan de helft van de patiënten zijn Turkse immigranten. Zeer sporadisch wordt ook autochtone echinokokkose gezien, bij mensen die intensief contact hebben gehad met honden. Als endemische ziekte wordt echinokokkose zelden meer aangetroffen bij schapen en varkens, daarentegen relatief vaak bij runderen. Voor de diagnostiek is van belang dat bij serologisch onderzoek kruisreacties worden gezien, vooral bij patiënten met bepaalde kwaadaardige aandoeningen.
(Geen onderwerp)
Paramaribo, oktober 1987,
In het artikel van Van Knapen et al. wordt een Surinamer met deze afwijking vermeld (1987;1168-70). Begin 1960 werd door mij aldaar een boslandcreool behandeld bij wie uiteindelijk bij een proeflaparotomie de diagnose echinokokkose gesteld werd. (Het microscopische preparaat werd beoordeeld door het Pathologisch-Anatomisch Laboratorium te Leiden.) Patiënt overleed in 1964, helaas werd obductie geweigerd. Volgens mondelinge mededeling zou later nog een ander geval waargenomen zijn. De infectiebron is onbekend gebleven.
(Geen onderwerp)
Bilthoven, oktober 1987,
Het is buitengewoon boeiend om te vernemen dat echinokokkose in Suriname in 1960 eenmaal werd vastgesteld. Algemeen wordt aangenomen dat deze infectieziekte daar niet voorkomt. Het is mogelijk dat wij voor Suriname moeten concluderen, net als in Nederland, dat echinokokkose, zij het sporadisch, voorkomt bij de mens. Niettemin valt niet uit te sluiten dat in beide gevallen, zowel die genoemd door prof.Schaad, als genoemd in het artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, de Echinococcus-infectie elders werd opgelopen en pas in Suriname (resp. Nederland) tot waarneembare verschijnselen aanleiding heeft gegeven en werd behandeld.