Samenvatting
Doel
Testen van een protocol voor een dubbelblinde placebogecontroleerde koemelkprovocatie om allergische reacties van het acute type op melk te diagnosticeren in een poliklinische setting.
Opzet
Prospectief, descriptief.
Methode
Het protocol werd uitgevoerd bij alle zuigelingen en kinderen die in de periode 1 juni 1999-28 februari 2001 waren verwezen naar de polikliniek Kindergeneeskunde van het Universitair Medisch Centrum Utrecht in verband met symptomen die wezen op koemelkallergie. Het protocol bestond uit het dubbelblind gefaseerd toedienen van 2 testvoedingen, 1 met verum- en 1 met placebovoeding, in dagbehandeling. In geval van allergische symptomen werd de test gestaakt en de code verbroken. De diagnose ‘koemelkallergie’ werd gesteld, indien de symptomen waren opgetreden tijdens provocatie met verumvoeding.
Resultaten
De onderzoeksgroep (n = 154) bestond uit 85 jongens en 69 meisjes, met een leeftijd van 0,25-14 jaar (mediaan: 1,5). Bij 21 van de geteste kinderen traden allergische reacties op van het acute type tijdens de provocatie met verumvoeding (koemelkallergie). Deze bestonden vooral uit cutane symptomen (erytheem en urticaria). Bij geen van deze kinderen waren de symptomen zodanig dat een aanvullende ziekenhuisopname noodzakelijk was. Er werden geen reacties op placebovoeding gezien of acute reacties tijdens herintroductie van melk in de thuissituatie.
Conclusie
Het is mogelijk om routinematig dubbelblinde placebogecontroleerde provocaties te verrichten voor de diagnostiek van kinderen met een vermoeden van koemelkallergie.
Reacties