Dames en Heren,
Longembolieën vormen een frequent voorkomende aandoening; geschat wordt dat zich in Nederland per jaar ruim 13.500 gevallen voordoen. Door adequate diagnostiek en therapie daalt de sterfte die op grond van het natuurlijk beloop verwacht wordt (4000) naar 245 sterfgevallen per jaar. Over de diagnostiek en de behandeling van ongecompliceerde longembolieën bestaat in Nederland consensus.1 Perfusiescintigrafie, ventilatiescintigrafie, echografie van de beenvaten, spiraal-CT en pulmonalisangiografie zijn de diagnostische tests die tot de juiste diagnose leiden. Wanneer de diagnose is gesteld, bestaat de initiële behandeling uit subcutaan toegediende laagmoleculaire heparine, waarna de patiënt verder wordt behandeld met orale cumarinederivaten.
Minder eenduidig is het diagnostisch en therapeutisch beleid bij de betrekkelijk zeldzame gevallen waarbij trombo-embolie gepaard gaat met levensbedreigende hemodynamische instabiliteit of ernstige hypoxemie. Meestal is dan meer dan 50 van het longvaatbed geobstrueerd; men spreekt dan van massale longembolieën. Het toestandsbeeld van de patiënt laat dan niet altijd meer…
Reacties