Bij de behandeling van patiënten met stabiel coronairlijden heeft percutane coronaire interventie (dotteren) een grote vlucht genomen. In 2005 werden ongeveer 32.000 van dit soort ingrepen in Nederland gedaan, waarvan circa 12.000 voor stabiele angina pectoris (bron: Gezondheidsraad: www.gr.nl/pdf.php?ID=1497&p=1). Een dotterbehandeling kost 5000-10.000 euro en kan heden ten dage vaak poliklinisch worden uitgevoerd. Vooral de benadering van de kransslagaderen via de A. radialis in plaats van via de A. femoralis heeft nog verdere voordelen voor de patiënt opgeleverd, zoals minder vasculaire complicaties.1
De vraag of bij patiënten met stabiel coronairlijden percutane coronaire interventie in vergelijking met medicamenteuze therapie de prognosis quoad vitam zou verbeteren en het aantal acute ischemische gebeurtenissen op termijn zou kunnen verminderen, is tot nu toe niet op grote schaal onderzocht. In een eerder, betrekkelijk klein Engels onderzoek met zeer lange follow-up werd deze vraag niet bevestigend beantwoord.2
Het COURAGE-onderzoek
Onlangs werden de resultaten…
Reacties