Door epoëtine geïnduceerde erytrocytaire aplasie

A.V. Kharagjitsingh
F.W. Dekker
J.P. Vandenbroucke
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:2550-3
Abstract

Samenvatting

Een 73-jarige man, een 73-jarige vrouw en een 57-jarige man met anemie door nierinsufficiëntie werden behandeld met epoëtine. Na 6-12 maanden daalde, ook bij dosisverhoging, de hemoglobineconcentratie, waarna zij afhankelijk werden van regelmatige transfusie van erytrocytenconcentraat. De oudere man overleed aan een peritonitis na diagnostisch onderzoek wegens de anemie. De vrouw overleed aan een septische shock, ook al was epoëtine vervangen door darbepoëtine. De hemoglobineconcentratie van de jongere man herstelde nadat antistoffen tegen epoëtine waren aangetoond, hij het gebruik van het middel had gestaakt en hij na een niertransplantatie immuunsuppressieve therapie was gaan gebruiken. Sinds 1998 steeg het aantal patiënten met epoëtineresistentie door het ontstaan van antistoffen tegen dit middel: epoëtinegeïnduceerde erytrocytaire aplasie (‘pure red cell aplasia’). Bij iedere patiënt met epoëtinegebruik en een onverklaarde, transfusieafhankelijke anemie moet deze complicatie worden overwogen.

Auteursinformatie

Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Klinische Epidemiologie, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

Hr.A.V.Kharagjitsingh, internist (thans: afd. Immunohematologie en Bloedbank en Medisch Centrum Haaglanden, locatie Westeinde, afd. Interne Geneeskunde, Den Haag); hr.dr.F.W.Dekker en hr.prof.dr. J.P.Vandenbroucke, klinisch epidemiologen.

Contact hr.A.V.Kharagjitsingh (a.v.kharagjitsingh@lumc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties