Samenvatting
- Van alle vormen van kanker wordt ongeveer 5 veroorzaakt door sterke genetische aanlegfactoren.
- DNA-diagnostiek wordt toegepast in families met erfelijke tumorsyndromen, zoals familiaire adenomateuze polyposis, hereditair non-polyposis-colon-rectumcarcinoom (lynch-syndroom) en hereditaire mamma- en ovariumkanker. Degenen die de aanleg niet hebben geërfd, hoeven niet langer regelmatig te worden onderzocht.
- DNA-diagnostiek naar erfelijke aanleg voor kanker wordt nu tevens toegepast bij patiënten met kanker op relatief jonge leeftijd, ook als de familieanamnese onduidelijk of negatief is.
- Het beschouwen van de patiënt in de context van zijn of haar familie is zowel om medisch-technische als om psychosociale redenen van belang. Dit geldt zowel voor diagnostisch als voor presymptomatisch DNA-onderzoek.
- Om deze redenen is de klinische toepassing van DNA-diagnostiek naar erfelijke tumoren ingebed in multidisciplinaire poliklinieken voor familiaire tumoren van de universitaire medische centra en de categorale kankercentra. Recent zijn richtlijnen voor het beleid rond erfelijke tumoren uitgegeven met criteria voor verwijzing naar de gespecialiseerde poliklinieken.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:295-8
Reacties