Directionele coronaria-atherectomie; eerste Nederlandse ervaringen met een nieuwe percutane revascularisatiemethode

- Acute complications and restenosis in the first few months after a successful procedure remain the two major limitations of coronary balloon angioplasty. New devices have been developed in order to avoid these limitations. We tested the directional atherectomy catheter clinically and compared the immediate quantitatively analysed results with two other recently developed devices and conventional balloon angioplasty. A gain in luminal diameter of 1.7 mm after atherectomy was observed in 7 patients. This is far more than could be accomplished by balloon angioplasty, stenting and rotablation. Furthermore, the size of the device in relation to the size of the obstructed vessel suggests that a Dotter effect is partly responsible for the gain in luminal diameter. Whether this large gain can prevent restenosis remains to be confirmed. Preliminary literature data suggest that this is not the case.

Samenvatting

Acute complicaties en herstenose in de eerste maanden na een succesvolle behandeling blijven de belangrijkste beperkingen van ballonangioplastiek. Onlangs is een aantal nieuwe technieken ontwikkeld om deze beperkingen aan te pakken. Bij 7 patiënten werd directionele coronaria-atherectomie verricht. De directe, kwantitatief geanalyseerde, angiografische resultaten werden vergeleken met die van rotationele atherectomie, stenting en van conventionele ballonangioplastiek. Er werd een gemiddelde winst in diameter van 1,7 mm na atherectomie gevonden. Dit was veel meer dan bereikt werd met de andere methoden. De afmetingen van de atherectoom in vergelijking met de afmetingen van de gestenoseerde vaten deed een Dotter-effect vermoeden naast weefselverwijdering bij het bereiken van de lumenvergroting. De vraag is of deze grote winst herstenose kan voorkomen. Voorlopige literatuurgegevens wijzen hier niet op.