Dioxinen staan al jaren – en in toenemende mate – zowel in de wetenschappelijke als in de publieke belangstelling. In 1984 werd in dit tijdschrift een caput selectum aan dat onderwerp gewijd.1 De gevolgen van de dioxinevervuiling van het Nederlandse milieu werden in 1989 weer duidelijk, toen dioxinen in onaanvaardbare concentraties werden aangetoond in melkvet van koeien die hadden gegraasd in de buurt van de Afvalverwerking Rijnmond.2 Een opmerkelijke consequentie van deze verontreiniging van koemelk was bijvoorbeeld een tijdelijk verbod van rundvleesexport naar Italië. Het werd daarbij duidelijk, dat er zowel binnen de Europese Gemeenschap als mondiaal geen eenduidige politiek ten aanzien van dioxinen werd gevolgd. Om die reden verzocht de Nederlandse overheid bij monde van de toenmalige staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om op basis van de recentste gegevens een aanbeveling te doen omtrent de hoeveelheid dioxine die bij dagelijkse inname toelaatbaar…
Dioxine; een norm aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:875-7
Reacties