Samenvatting
Doel
Retrospectief nagaan hoe vaak bij patiënten met uveïtis een oorzakelijke diagnose wordt gesteld, hoe vaak dit een systeemziekte is en wat de bijdrage van de internist in de diagnostiek is.
Opzet
Retrospectief statusonderzoek.
Plaats
Poliklinieken Oogheelkunde en Algemene Interne Geneeskunde van het Academisch Ziekenhuis Leiden.
Methode
In de periode 1 januari 1987-april 1992 waren er 342 patiënten met eerste uveïtis of met een eerste recidief. Verwijzing naar de internist vond plaats bij recidief-uveïtis, chronische en dubbelzijdige uveïtis of panuveïtis. Behalve een standaard oogheelkundig onderzoek werden afwijkende bevindingen bij anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek genoteerd, en het al dan niet aanwezig zijn van aanwijzingen voor een systeemziekte.
Resultaten
Van de patiënten werden 149 (44) onderzocht door een internist en 18 (5) door een andere specialist. Bij 169 (49) werd een oorzakelijke diagnose gesteld; 74 patiënten (22) hadden een systemische en eveneens 74 een specifiek oogheelkundige aandoening; 5 (1) hadden een endogene endophthalmitis. Bij 28 (8) werd een systeemziekte vermoed op basis van een HLA-B27-positiviteit of afwijkende laboratoriumuitslagen.
Conclusie
Bij een derde van de uveïtis-patiënten was er sprake van een systeemziekte. Door vroegtijdig internistisch onderzoek kan de samenwerking tussen oogarts en internist een goed resultaat opleveren, zonder dat overmatige aanvullende diagnostiek wordt verricht.
Reacties