Samenvatting
Doel
Beschrijven van de resultaten van geprotocolleerde multidisciplinaire diagnostiek bij patiënten verwezen wegens vermoedelijke pulmonale hypertensie.
Opzet
Beschrijvend.
Methode
Bij 187 patiënten die naar het VU Medisch Centrum werden verwezen wegens vermoedelijke pulmonale hypertensie werd een geprotocolleerde multidisciplinaire diagnostiek afgerond in de periode mei 1998-februari 2003. De verwijsdiagnose en de definitieve diagnose werden beoordeeld, alsmede de behandeling die de patiënten hadden ondergaan.
Resultaten
In totaal werd bij 56 (30) patiënten de diagnose gewijzigd; bij 16 patiënten (9) was er geen pulmonale hypertensie. Bij de 89 patiënten die met ‘primaire pulmonale hypertensie’ werden verwezen (48 van alle verwijzingen) werd bij 20 toch een onderliggend lijden aangetoond: 6 maal een bindweefselziekte, 5 maal een chronisch trombo-embolisch proces, 5 maal linkerhartlijden en 4 maal een atriumseptumdefect.
Conclusie
De diagnose ‘primaire pulmonale hypertensie’ kan slechts gesteld worden na uitsluiting van alle secundaire vormen. Met een geprotocolleerde aanpak van de diagnostiek en een bijdrage van specialisten met specifieke expertise kan men een aanvankelijke diagnose bijstellen en soms verwerpen.
Reacties