Diagnostiek van ongecompliceerde urineweginfecties: gecompliceerd?

Klinische praktijk
M.J.H.M. Wolfhagen
I.M. Hoepelman
R.A. de Melker
J. Verhoef
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:390-4

Inleiding

De incidentie van acute bacteriële urineweginfecties die voor de eerste maal optreden, in de huisartsenpraktijk, bedraagt bij vrouwen 32,0 per 1000 vrouwjaren. In de vruchtbare leeftijd ligt de incidentie nog veel hoger; ook reïnfecties komen dan veel voor.1 Urineweginfecties bij volwassen mannen zijn zeldzaam en bij hen moet altijd naar een eraan ten grondslag liggende andere ziekte gezocht worden.

Bij dysurie, frequente mictie en suprapubische pijn zal, indien dit niet gepaard gaat met pijn in de zijde en hoge koorts, al snel de diagnose ongecompliceerde urineweginfectie worden gesteld. De huidige diagnostiek met behulp van de nitriet-test, microscopisch onderzoek van het sediment en de kweek kunnen ons hierbij soms in de steek laten. Patiënten met acute dysurie kunnen op basis van het aantal bacteriën per milliliter urine onderverdeeld worden in twee groepen: cystitis (105 of meer) en acuut uretraal syndroom (minder dan 105).2-4

Er is…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, Catharijnesingel 101, 3511 GV Utrecht.

Afd. Klinische Microbiologie en Laboratorium voor Infectieziekten: M.J.H.M.Wolfhagen, assistent-geneeskundige; prof.dr.J.Verhoef, medisch microbioloog.

Afd. Algemene Interne Geneeskunde: I.M.Hoepelman, internist.

Faculteit der Geneeskunde, Vakgroep Huisartsgeneeskunde, Utrecht.

Prof.dr.R.A.de Melker, huisarts.

Contact M.J.H.M.Wolfhagen

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties