De meest voorkomende maligne tumor van de bovenste lucht- en voedselwegen is het plaveiselcelcarcinoom van de slijmvliezen van mondholte, farynx en larynx. Uitzaaiingen in de lymfeklieren van de hals, halskliermetastasen, ontstaan daarbij frequent. De frequentie en de plaats van halskliermetastasen worden voornamelijk bepaald door de plaats en de grootte van de primaire tumor.1 Vooral carcinomen uitgaande van de naso-, oro-en hypofarynx zijn berucht om hun hoge frequentie (40-70) van halskliermetastasen. De frequentie van halskliermetastasen bij patiënten met een carcinoom uitgaande van de slijmvliezen van de mondholte en supraglottische larynx is lager (20-40), doch aanzienlijk. Patiënten met een klein carcinoom van de stembanden daarentegen hebben zeer zelden uitzaaiingen in de halsklieren. In de toekomst zullen biologische stadiëringstechnieken hoogstwaarschijnlijk een betere indicatie kunnen geven van de kans op metastasen.
De prognose, alsmede de behandeling van patiënten met een plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-halsgebied worden in belangrijke mate bepaald door de aan- of…
Reacties