Toets voor nascholing (verlopen)
Aan dit leerartikel was een toets gekoppeld waarmee je nascholingspunten kon verdienen.
Samenvatting
- Patiënten met een recidief veneuze trombo-embolie (VTE) worden in de regel levenslang met antistolling behandeld. De diagnose wordt echter bemoeilijkt doordat routine radiologische onderzoeken minder accuraat zijn bij het vermoeden van een recidief dan bij het vermoeden van een eerste VTE.
- Aan de hand van een klinische beslisregel en bepaling van de D-dimeerconcentratie in het bloed kan de klinische voorafkans op VTE worden ingeschat. Deze onderzoeken zijn minder specifiek bij het vermoeden van een recidief dan een eerste VTE, waardoor bij een mogelijk recidief vaker radiologisch onderzoek nodig is.
- Een recidief longembolie kan veilig worden uitgesloten aan de hand van een klinische beslisregel en een D-dimeerbepaling; het is niet zeker of een recidief diepe veneuze trombose (DVT) daarmee ook veilig kan worden uitgesloten.
- De diagnostiek van een recidief longembolie bestaat uit een klinische beslisregel en een D-dimeerbepaling, indien nodig gevolgd door CT-angiografie van de longen.
- Bij het vermoeden van een recidief DVT is compressie-echografie van de beenvaten het onderzoek van eerste keuze; wanneer bij een patiënt met een mogelijk recidief in hetzelfde been compressie-echografie geen uitsluitsel geeft kan met ‘magnetic resonance direct thrombus imaging’ een acute van een chronische trombose worden onderscheiden.
Reacties