Samenvatting
-
In het afgelopen decennium zijn op een aantal gebieden, die raakvlakken hebben met de diagnostiek en behandeling van het galblaascarcinoom, aanzienlijke vorderingen gemaakt
-
In dit literatuuronderzoek wordt geëvalueerd of dit ook tot een verbetering in diagnostiek, behandelingsmogelijkheden en overleving van patiënten met een galblaascarcinoom heeft geleid.
-
Met de toename van het aantal verrichte cholecystectomiën worden steeds meer carcinomen per toeval ontdekt, in een vroeg, goed behandelbaar stadium.
-
Een combinatie van echografie en MRI geeft de meest betrouwbare pre-operatieve stadiëring.
-
Huidige radio- en chemotherapie in (neo)adjuvante setting hebben geen aanvullende waarde bij de behandeling van het galblaascarcinoom.
-
Chirurgische resectie blijft de enige in opzet curatieve behandeling. Deze bestaat uit een cholecystectomie bij in situ- en T1a-carcinomen, resulterend in een goede 10-jaarsoverleving. Bij T1b- en T2-tumoren is een aanvullende resectie geïndiceerd, resulterend in een 5-jaarsoverleving van 55-90%. Bij T3-tumoren heeft de patiënt alleen in afwezigheid van lymfekliermetastasen een voordeel van een aanvullende resectie.
Reacties