Depressie bij kinderen en jeugdigen

Klinische praktijk
Ph.D.A. Treffers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:240-4

Inleiding

Een omschrijving van het begrip depressie is moeilijk te geven omdat het op tal van manieren wordt gebruikt. Soms wordt de ondergrens van een normale stemmingsschommeling, of de reactie op een nare gebeurtenis aangeduid als ‘depressie’. De term depressie is ook gebruikt om een ‘anhedonische’ persoonlijkheid aan te duiden. Met de uitdrukking depressie kan eveneens verwezen worden naar een pathologisch verdrietige stemming, een syndroom, een stoornis en een ziekte.1

Een beschrijving van de kinder- en jeugdpsychiatrische opvattingen over depressie is nog moeilijker te geven, omdat deze in de afgelopen drie decennia een welhaast revolutionaire ontwikkeling hebben doorgemaakt. Tot in de zestiger jaren overheerste het standpunt, dat een depressie – zoals deze bij volwassenen werd gezien – op de kinderleeftijd niet voorkwam. Enerzijds stoelde deze visie op de maatschappelijke opvatting over kinderen: kinderen werden beleefd als zorgeloos en gelukkig. Anderzijds was het standpunt dat kinderen geen depressie konden hebben…

Auteursinformatie

Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Curium, Endegeesterstraatweg 27, 2342 AK Oegstgeest.

Contact Prof.dr.Ph.D.A.Treffers, kinder- en jeugdpsychiater

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Gouda, februari 1989,

In aanvulling op het waardevolle overzichtsartikel van prof. Treffers (1989;240-4) wil ik als oorzaak van depressie bij kinderen noemen de acrodynie (‘vegetatieve neurose’, ‘pink disease’, ‘ziekte van Swift-Feer’). Nelson's Textbook of Pediatrics zegt hierover: ‘Er zijn weinig aandoeningen waarbij extreme en voortdurende misère (’misery‘) zo op de voorgrond staat’.

Met de kinderpsychiater collega Chra.Lafeber zag ik in 1967 een indrukwekkend beeld van acrodynie met depressie, met telkens terugkerende gedachten over de dood, bij een tevoren gezonde 6-jarige jongen. Het beeld deed volledig onkinderlijk aan en geleek op endogene depressie bij volwassenen. Wegens oxyuriasis was calomelzalf voorgeschreven; de gehele dosis van 10 g werd opgesmeerd. De concentratie van kwik in de urine bleek hoog. Na behandeling met dimercaprol (BAL) verdwenen de psychische en de somatische aandoening in het beloop van meerdere weken. In Engeland kwam de aandoening in de jaren vijftig vaak voor als gevolg van het gebruik van calomelbevattende tandpoeder.

Daar kwik geen plaats meer heeft in de pediatrische therapie is acrodynie zeldzaam geworden. Bij het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum werd in de periode 1984-1988 geen verzoek met betrekking tot mogelijke kwikintoxicatie bij kinderen ontvangen. Incidenteel wordt calomelzalf echter nog voorgeschreven (persoonlijke mededeling van een apotheker) en worden nog gevallen van de ziekte gepubliceerd; na inname van kwik en na inhalatie van kwikdamp.1

Bij een depressie van een kind dient aan kwikvergiftiging te worden gedacht. In een bespreking van de pathogenese en de biologische aspecten van depressie bij kinderen dient deze exogene oorzaak te worden vermeld.

G.J. Vaandrager
Literatuur
  1. Curtis HA, Ferguson SD, Kell RL, Samuel AH. Mercury as a health hazard. Arch Dis Child 1987; 62: 293-5.