Depressie bij de ziekte van Parkinson

Klinische praktijk
J. Haan
R.A.C. Roos
J.G. Goekoop
O.J.S. Buruma
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1988;132:1228-31

Depressie als een kenmerk van de ziekte van Parkinson werd reeds genoemd in James Parkinson's Essay on the shaking palsy (1817).1 Honderdvijftig jaar later werd pas een poging gedaan om de omvang en aard van de depressieve verschijnselen bij deze ziekte door middel van prospectief onderzoek vast te leggen.2 Sinds 1967 zijn vele studies aan dit onderwerp gewijd met de bedoeling een antwoord te geven op de volgende vragen:

– Wat is de frequentie van de verschillende vormen van depressie bij de ziekte van Parkinson?

– Welke vormen van depressieve verschijnselen doen zich voor?

– Wat is de bijdrage van de ziekte van Parkinson aan het optreden van depressieve verschijnselen?

– Welke neurotransmittersystemen zijn bij het ontstaan van de depressie betrokken?

– Is een speciale behandeling vereist?

Frequentie

De frequentie van voorkomen van depressie bij de ziekte van Parkinson varieert in de literatuur van 30 tot 90.3

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Neurologie, Postbus 9600, 2300 RC Leiden.

J.Haan, assistent-geneeskundige; dr.R.A.C.Roos en dr.O.J.S.Buruma, neurologen.

Psychiatrisch Ziekenhuis ‘Endegeest’, Oegstgeest.

Dr.J.G.Goekoop, psychiater.

Contact J.Haan

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties