Samenvatting
Een 73-jarige man werd opgenomen in verband met een al 5 dagen lang bestaand delirium. Lichamelijk onderzoek en uitgebreid aanvullend onderzoek toonden geen somatische afwijkingen aan. Patiënt gebruikte als enige medicatie al vele jaren betahistine, vanwege een veronderstelde ziekte van Ménière. Na het staken van het betahistinegebruik en behandeling met haloperidol verdween het delirium binnen enkele dagen. Na ontslag trad een recidiefdelirium op nadat patiënt weer opnieuw met betahistine was begonnen vanwege duizeligheid. Dit ging wederom in remissie, nadat opnieuw het betahistinegebruik gestaakt was en behandeling met haloperidol was ingesteld. Van betahistine is niet bekend dat dit een delirium kan veroorzaken. In databases van bijwerkingen zijn echter wel diverse gevalsbeschrijvingen opgenomen van patiënten bij wie mogelijk sprake was van een delirium; dit werd echter niet als zodanig benoemd. Het delirium bij deze patiënt was mogelijk het gevolg van de combinatie van een verhoogde bloedspiegel van betahistine en een bloed-hersenbarrière die was beschadigd door cerebrale infarcten, aangetoond met CT en MRI.
Reacties