Samenvatting
Doel
Het inventariseren van de meerwaarde van een standaard psychiatrisch consult bij euthanasieverzoeken in een oncologische kliniek.
Opzet
Descriptief.
Methode
Gedurende twee jaar (juni 1997-mei 1999) werd in het Erasmus MC Universitair Medisch Centrum, Daniel den Hoed Kliniek, Rotterdam, bij elke patiënt met een verzoek tot euthanasie de psychiater in consult gevraagd, tevens werd ingeschat of een psychiatrisch consult zou zijn aangevraagd zonder de standaardafspraak.
Resultaten
Bij 12 vrouwen en 10 mannen in leeftijd variërend van 37 tot 81 jaar werd de psychiater geconsulteerd. Van deze patiënten overleden er 8 door euthanasie: 4 in de thuissituatie en 4 in het ziekenhuis. Bij 6 patiënten betrof de bijdrage van de psychiater exploratie van de betekenis van de wens tot euthanasie. Bij 6 andere patiënten was psychiatrische expertise zinvol gezien de aanwezigheid van psychiatrische stoornissen en voor het vaststellen van de betekenis daarvan voor de euthanasiewens. Bij 5 patiënten met een weloverwogen, duurzaam verzoek voor euthanasie werd de psychiater geconsulteerd wegens de psychiatrische voorgeschiedenis van de patiënt. Bij de overige 5 patiënten met een weloverwogen, duurzame wens tot euthanasie had het psychiatrische consult geen meerwaarde. Bij 2 patiënten veranderde het beleid en werd als gevolg van het psychiatrisch consult het euthanasieverzoek niet ingewilligd. Deze patiënten overleden korte tijd later aan hun ziekte.
Conclusie
Bij 11 van de 22 patiënten was psychiatrische expertise zinvol om psychopathologische stoornissen uit te sluiten dan wel aan te tonen. Bij 2 patiënten met een psychopathologische stoornis die invloed had op hun wilsbekwaamheid zou zonder de standaardafspraak geen psychiatrisch consult zijn verricht. Dit beïnvloedde vooral de manier van overlijden en niet hun levensduur. Deze resultaten geven onvoldoende aanleiding om een psychiatrisch consult bij patiënten met een verzoek tot euthanasie verplicht te stellen.
Reacties