artikel
Net als in Nederland gaat de zorg in Finland gebukt onder de gevolgen van corona, een pensionerende babyboomgeneratie en een vergrijzende patiëntenpopulatie. Het is nooit genoeg, we worden gemiddeld ouder dan tachtig en nóg zoeken we naar middelen om het sterven uit te stellen. Logisch, want wie wil er nu dood? Hoe langer we leven, des te groter de kans dat we eruit halen wat erin zit.
We realiseren ons te weinig dat levensduur slechts de x-as van het leven is. En op de y-as staat de beleving. Hoe meer we beleven, of beter gezegd, hoe intenser we leven, des te groter de ‘area under the curve’. En het is die vlakte, die je zou kunnen inkleuren, die er werkelijk toe doet: het gebied onder de curve van de beleving, uitgezet over de tijd.
Maar wat is die beleving nu precies? Het is iets anders dan kwaliteit van leven, de maat die wordt toegepast in medische studies. Ik denk dat het ongrijpbaarder is. Verliefdheid, bijvoorbeeld, veroorzaakt vast en zeker een piek op de y-as. Momenten van geluk ongetwijfeld ook, en momenten van verdriet misschien evengoed. Als fervent hardloper stel ik wel eens dat het dagelijks aantal stappen de maat vormt voor de y-as: hoe meer je loopt, des te intenser je leeft.
‘Levensduur is slechts de x-as van het leven’
Ik las laatst dat kinderen minder buiten komen dan gevangenen. Onze sedentaire levensstijl drukt de curve ongetwijfeld omlaag. Met de schermtijd op ons mobieltje – gemiddeld meer dan vier uur per dag – boeten we in op het leven. We halen veel minder uit het leven dan mogelijk, en dat levensverlies valt nooit te compenseren door de levensduur op te rekken.
In hoeverre moeten we ons bemoeien met de levensinvulling van onze patiënt? Beveel je je patiënt wel eens een goed boek aan of een bepaalde wandelroute? Zeg je wel eens: word verliefd, of laat de remmen los? Leg je mobieltje weg en praat met elkaar? Of, luister naar de Valse Triste van Sibelius?
De vraag wat die y-as nou werkelijk is, en wat we er als artsen mee moeten, houdt me al jaren bezig. Ik heb het antwoord niet, nog niet, maar ik verwonder me wel over de absurde discrepantie tussen de moeite die we doen om de x-as tot het uiterste op te rekken en het gemak waarmee we inleveren op de y-as. Want hoe je het ook wendt of keert: we leven maar een keer.
Reacties