artikel
De dokter heeft het in de publieke opinie zwaar te verduren. De ene keer is hij de grote graaier, dan weer de wetenschappelijke fraudeur of ruziemaker. In het euthanasiedebat bij gevorderde dementie speelt hij opeens, in de ogen van opinieleiders, journalisten en politici, de weigerambtenaar. ‘Eigenlijk kan het niet dat een beroepsgroep een eigen interpretatie van de wet kiest, die strijdig is met wat de wetgever bedoeld heeft’, ventileert bijvoorbeeld oud-minister Borst in vele media. Er zijn 25.000 praktiserende dokters en natuurlijk zitten daar wel eens rare snuiters tussen maar om van een hele beroepsgroep te zeggen dat ze iets niet goed ziet, moet je sterke argumenten hebben.
Kennelijk zien sommigen de dokter als uitvoerder van de wet. Dat is een vreemd uitgangspunt en op voorhand kun je al zeggen dat een arts daar ongeschikt voor is. De dokter is geen ambtenaar die regels toepast maar een zelfdenkende zorgverlener die bij de keuze van diagnostiek en behandeling vele zaken afweegt. Daarbij spelen kennis, ervaring, wetenschappelijk bewijs en allerlei patiëntfactoren een rol. Bovendien moet beleid dat op groepsniveau succesvol lijkt, worden toegepast op de individuele patiënt. En de voorkeur van die patiënt speelt hierin een grote rol. Die moet de dokter altijd respecteren, zelfs als hij denkt dat de patiënt een foute keuze maakt. Waarom zou dat bij gevorderde dementie anders zijn? Omdat de patiënt er vroeger anders over dacht? Omdat familieleden en verzorgers lijden en de maatschappij er een last bij heeft? Maar juist lijden van de omgeving telt voor de wetgever helemaal niet, zelfs niet in het aansprakelijkheidsrecht. De wetgever kan uitgangspunten formuleren waardoor patiënten en artsen beschermd worden, maar handelen afdwingen in moeilijke situaties die iedere keer verschillend zijn, is toch wel wat weerbarstiger dan door wetgevers en bestuurders in ivoren torens gepercipieerd.
Deze week kunt u in dit tijdschrift lezen hoe 4 deskundigen naar dit debat kijken (A6372, A6472, A6407 en A6440). De patiënt van Keizer (A6407) wil helemaal niet dood, dus hoe stelt de wetgever zich die euthanasie dan voor? Een dokter die roept ‘sorry, maar afspraak is afspraak’? De minister denkt de impasse op te lossen met een commissie waarin artsen en overheid gaan kijken hoe het nu verder moet met euthanasie bij dementerenden. Kan iemand zich een commissie herinneren die effectief geholpen heeft bij het oplossen van een medische beslissing in de zorg?
Reacties