De waarde van genexpressieprofielen vastgesteld met microarrays voor het individualiseren van adjuvante therapie bij patiënten na chirurgische behandeling wegens mammacarcinoom

Opinie
J.G.M. Klijn
E.G.E. de Vries
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2005;149:618-22
Abstract

Zie ook de artikelen op bl. 623, 626 en 638.

Therapiekeuzen worden in de oncologie en zeker wat betreft het mammacarcinoom gemaakt op grond van klinische en histopathologische eigenschappen van de tumor. Er is een toenemende tendens om adjuvante hormonale therapie en/of chemotherapie aan vrouwen met borstkanker te geven om de kans te verminderen dat er later metastasen op afstand ontstaan. De keuze voor adjuvante therapie wordt bepaald door prognostische en predictieve factoren op grond van kenmerken van de patiënt (leeftijd, menopauzale status) en van de tumor (tumorgrootte, lymfklierstatus, differentiatiegraad, oestrogeen- en progesteronreceptorstatus en sinds kort de status wat betreft het HER2/neu-gen). Niet alle patiënten met mammacarcinoom hebben echter baat bij adjuvante therapie.

Deze adjuvante therapie geeft een overlevingsvoordeel van 3-15.1 2 Dit betekent bijvoorbeeld dat van de vrouwen met een okselkliernegatieve tumor het merendeel onterecht de systemische therapie krijgt. Indicaties voor adjuvante behandeling van het…

Auteursinformatie

Erasmus Medisch Centrum, Daniel den Hoed Kliniek, afd. Interne Oncologie, Groene Hilledijk 301, 3075 EA Rotterdam.

Hr.prof.dr.J.G.M.Klijn, internist-oncoloog.

Universitair Medisch Centrum Groningen, afd. Medische Oncologie, Groningen.

Mw.prof.dr.E.G.E.de Vries, medisch oncoloog.

Contact hr.prof.dr.J.G.M.Klijn (j.g.m.klijn@erasmusmc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties