Samenvatting
Ouderen vormen een risicogroep voor wat betreft een marginale inneming van voedingsstoffen. In een landelijk onderzoek bij 539 zelfstandig wonende, niet-vegetarische ouderen (65-79 jaar) en in een onderzoek bij 44 lacto-(ovo-)vegetarische ouderen (65-97 jaar) zijn zowel de inneming als de gehaltes van vitamines nagegaan en vergeleken met de aanbevolen hoeveelheden en met gegevens van jongere gezonde volwassenen (bloeddonors). Uit de resultaten blijkt dat de voeding van de ouderen in het algemeen voldoende vitamines bevat. Een uitzondering vormt het vitamine B6-gehalte, waarvan de inneming aan de ondergrens van normaal blijkt te zijn. Bij veel ouderen zijn relatief lage concentraties van vitamine D in plasma geconstateerd. Er bestaat een negatief verband tussen deze concentratie en de leeftijd. Gezien het vóórkomen van lage vitamine B12-concentraties bij vegetarische ouderen vormt deze bevolkingscategorie een risicogroep voor dit vitaminegebrek.
Geconcludeerd wordt dat de vitaminevoorziening in het algemeen niet zorgwekkend is, maar dat de voorziening van de vitamines B6 en D bij ogenschijnlijk gezonde ouderen meer aandacht vereist.
Reacties