Samenvatting
Doel
Inventariseren van kenmerken en consultuitkomsten van patiënten die een chirurgisch-oncologische polikliniek bezochten voor een tweede mening (‘second opinion’).
Opzet
Prospectief en descriptief.
Methode
In de periode oktober 1996-december 1998 bezochten 245 patiënten de Tweedemeningpolikliniek Chirurgische Oncologie van het Academisch Ziekenhuis Rotterdam/Daniel den Hoed Kliniek. De benodigde oncologische gegevens werden geregistreerd. Bij de anamnese werd op gestandaardiseerde wijze de mate van tevredenheid over de communicatie met de primaire behandelaar en het eerdere ziekenhuis geïnventariseerd. Cytologisch, histologisch en radiodiagnostisch materiaal werd gereviseerd en discrepanties met het verslag van elders werden genoteerd. De uitkomst van de vergelijking tussen de tweede en de eerste mening werd retrospectief in 3 categorieën onderverdeeld: (a) identiek; (b) afwijkend zonder consequenties voor de prognose, maar wel voor de kwaliteit van leven; (c) afwijkend met te verwachten consequenties met betrekking tot de prognose.
Resultaten
De primaire tumor was bij 58 van de patiënten een mammacarcinoom en bij 19 een maligniteit van de tractus digestivus; bij 23 betrof het overige tumoren. De belangrijkste problemen waarvoor de tweede mening werd gevraagd waren de behandeling (69), de diagnostiek (17) en de nabehandeling (11). Over de communicatie met de primaire behandelaar was 53 van de patiënten tevreden, 24 matig tevreden en 23 ontevreden. Bij 214 patiënten vond pathologische revisie plaats, bij 157 radiodiagnostische revisie; bij respectievelijk 1 en 3 was er een belangrijke discrepantie met therapeutische consequenties. De tweede mening was identiek aan de eerste bij 53 van de patiënten, afwijkend zonder consequenties voor de prognose bij 24 en afwijkend met prognostische consequenties bij 7. Bij 16 was geen vergelijking mogelijk. Terugverwijzing naar de primaire behandelaar geschiedde bij 71 van de patiënten; voor 21 werd de behandeling overgenomen in de Daniel den Hoed Kliniek en 8 van de patiënten verkoos verdere behandeling in een ander ziekenhuis. Van de patiënten die tevreden of matig tevreden waren over de communicatie met hun primaire behandelaar werd respectievelijk 83 en 79 terugverwezen, tegenover 31 van de ontevreden patiënten.
Reacties