Samenvatting
- De tuberculinetest dient primair voor het aantonen van latente tuberculose-infectie. Veranderde inzichten en epidemiologische omstandigheden vormden redenen voor de Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding voor aanpassing van de richtlijnen voor toepassing en interpretatie van de test.
- Tuberculine-onderzoek dient doelgericht plaats te vinden bij personen die baat hebben bij een profylactische behandeling van een tuberculose-infectie. Dit geldt met name na contact met een besmettelijke tuberculosepatiënt, bij verhoogde kans op blootstelling aan besmettelijke patiënten door beroep of bezigheden, en bij verhoogde kans op activering van een latente infectie als gevolg van stoornis of onderdrukking van de cellulaire immuniteit.
- De bijdrage van de tuberculinetest aan de diagnostiek van actieve tuberculose is beperkt.
- Ten behoeve van optimale positief- en negatief-voorspellende waarden worden voor verschillende indicatiegebieden verschillende afkapwaarden voor een positieve testuitslag aanbevolen.
- In screeningsprogramma's kan, in geval van een uitgangswaarde van 3-9 mm, vervolgonderzoek plaatsvinden mits ‘boosting’ wordt uitgesloten met de initiële tweestapsmethode.
- Bij contactonderzoek en immuunstoornissen vormt een voorgeschiedenis van Bacillus Calmette-Guérin(BCG)-vaccinatie niet langer een contra-indicatie voor testen.
Reacties