Samenvatting
De sterfte aan insuline-afhankelijke diabetes mellitus vóór behandeling onder de 0-19-jarigen in Nederland werd nagegaan over de jaren 1978 t.m. 1980. De sterftecijfers van 2 verschillende en van elkaar onafhankelijke bronnen, het Centraal Bureau voor de Statistiek en de Stichting Informatiecentrum voor de Gezondheidszorg, werden vergeleken nadat aanvullende gegevens van de behandelende artsen waren verkregen. Er bestond een goede overeenstemming. In totaal overleden 11 jeugdigen voordat de ziekte was herkend, bij een aantal nieuwe gevallen van 1464; het risico om vóór herkenning van de ziekte eraan te overlijden is 0,75 (0,4-1,3). Twee van hen overleden thuis, 9 in het ziekenhuis. Het sterfterisico van de in het ziekenhuis overledenen stemt overeen met dat in Japan en een gebied in de USA. De sterfte vóór de ziekte is herkend, maakte het overgrote deel (1113) uit van de totale sterfte als gevolg van diabetes op deze leeftijd.
Diabetische ketoacidose, met bijbehorende elektrolytverschuivingen, was bij vrijwel alle patiënten de doodsoorzaak. Potentieel is deze sterfte derhalve te voorkomen. Er zijn aanwijzingen dat het sterfterisico van jeugdigen bij het begin van nog niet herkende diabetes mellitus type I in de laatste 10-15 jaar afneemt.
Reacties