De standaard 'Zwangerschap en kraamperiode' (eerste herziening) van het Nederlands Huisartsen Genootschap; reactie vanuit de huisartsgeneeskunde

The first revision of the Dutch College of General Practitioners' practice guideline about pregnancy and puerperium does not significantly differ from the first edition. The guideline is extensive, is well-worth reading and supports daily practice. There is a greater emphasis on the importance of cooperation and differentiation in primary care (midwifes and general practitioners). During the last decade many general practitioners stopped doing home deliveries and have therefore lost their experience in obstetric care and pathology. The guideline describes the general practitioner's tasks as a preconception counsellor, a professional expert on illnesses during pregnancy and after the delivery, and as the doctor of the newborn baby. It will hopefully stimulate a revived interest of and involvement in pregnancy and post-partum care among general practitioners.

Zie ook de artikelen op bl. 59 en 65.

Deze eerste herziening van de in 1993 uitgegeven standaard van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) verschilt niet wezenlijk van de vorige standaard.1-3 De standaard is uitgebreid, lezenswaardig en biedt steun voor de dagelijkse praktijk. Kritische kanttekeningen worden gemaakt bij de twijfelachtige meerwaarde van allerlei onderzoeken, zoals de echografie. Daarentegen zien wij ook dat de auteurs van deze standaard ervoor kiezen zich te conformeren aan de praktijk van gynaecologen en verloskundigen, hetgeen de eenduidigheid in de hulpverlening vergroot. Dit valt vooral op bij het advies over routinematig uitvoeren van onderzoek op irregulaire antistoffen.

Veel meer dan de vorige ademt deze standaard de sfeer uit van samenwerking en flexibele taakverdeling. Deze trend in de richting van samenwerking is een uitdaging voor alle partijen en is noodzakelijk om de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorg te vergroten en de thuisbevalling te…