Zie ook de artikelen op bl. 715 en 718.
De behandeling door de huisarts van een patiënt met een urineweginfectie kent volgens de vernieuwde standaard ‘Urineweginfecties’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) 16 modaliteiten.1 2 Dat is een fors aantal keuzemogelijkheden voor zoiets alledaags als een urineweginfectie en het is dus geen overbodige luxe dat daarvoor een up-to-date standaard is te raadplegen. En die is goed doortimmerd. Toch ontlokt hij mij enkele opmerkingen.
De door de standaard aanbevolen handelwijzen zijn toegesneden op de specifieke subgroep waartoe de patiënt behoort. Daarbij is gekozen voor een tweedeling van urineweginfecties, ‘pluis’- en ‘niet-pluis’-infecties. De auteurs hebben bij de nomenclatuur in deze versie de internationale terminologie gevolgd van respectievelijk ‘ongecompliceerde’ en ‘gecompliceerde’ infecties. Voor de Nederlandse huisarts misschien wat minder gebruikelijk en verwarrend, omdat onder een gecompliceerde infectie in het dagelijks jargon een infectie verstaan wordt met reeds opgetreden gevolgen (complicaties). De standaard…
Reacties