Zie ook de artikelen op bl. 2253 en 2261.
De herziene NHG-standaard ‘Allergische en niet-allergische rhinitis’ vraagt van de huisarts enige wijzigingen in het beleid dat werd geadviseerd in de eerste versie van de in 1995 gepubliceerde standaard.1 2 De belangrijkste wijzigingen betreffen een verbreed indicatiegebied voor corticosteroïdbevattende neussprays bij persisterende klachten en bij obstructie en voor het gebruik van neussprays met een antihistaminicum. Voor deze laatste is inmiddels meer bewijskracht, met name wat betreft het gebruik bij intermitterende klachten. Cromoglicinezuur, dat ook al bij de behandeling van kinderastma naar de achtergrond was gedrongen, wordt in deze standaard terecht nauwelijks meer een plaats gegund. Daarnaast adviseert de standaard terughoudend te zijn met het voorschrijven van allergeenwerende matrashoezen, die veel minder blijken te helpen de huisstofmijt terug te dringen dan aanvankelijk gedacht werd. Slechts bij patiënten met een ernstige therapieresistente rinitis of met astma zou de huisarts een dekhoes…
Reacties