Samenvatting
Aan 100 aselect gekozen huisartsen uit Gelderland, oost Noord-Brabant en noord Limburg werd gevraagd om mee te doen aan een onderzoek naar de vaardigheid in primaire reanimatie. In 1985 en 1986 werden 92 huisartsen bezocht die positief op dit verzoek hadden gereageerd. De toegepaste diagnostiek en de techniek van hartmassage en mond-op-mond-beademing werden beoordeeld op basis van de richtlijnen van de American Heart Association en vervolgens gewaardeerd met een daartoe vooraf ontworpen puntensysteem. Dit puntensysteem is zodanig opgezet dat, indien sprake is van essentiële tekortkomingen, geen voldoende kan worden behaald. Als controle voor dit puntensysteem werden de overeenkomstige vaardigheden getest van 20 ambulanceverpleegkundigen.
Uit het onderzoek blijkt dat de diagnostische vaardigheid bij 57 der huisartsen voldoende was, bij 37 marginaal en bij 6 onvoldoende; de technische vaardigheid was bij 18 voldoende, bij 48 marginaal en bij 34 der deelnemers onvoldoende, en zou derhalve verbeterd moeten worden. Deelnemers die op dit terrein een of meer nascholingscursussen gevolgd hadden, scoorden statistisch significant beter dan de overige deelnemers. Gezien het hoge percentage deelnemende huisartsen in dit onderzoek lijkt er bij hen voldoende motivatie te zijn om tot een verbetering van de primaire reanimatievaardigheden te komen.
Reacties