De prevalentie van overmatig alcoholgebruik en alcoholafhankelijkheid volgens DSM-IV-criteria bij eerstejaarsstudenten

To determine the prevalence of alcohol problems in first-year college students.

Design

Cross-sectional.

Method

Data on the prevalence of alcohol abuse or dependence according to DSM-IV criteria were collected in the period November 1995-April 1996 among college freshmen at the Catholic University of Louvain (Belgium). 3564 consecutive students completed a questionnaire which assessed drinking behaviour (Composite International Diagnostic Interview CIDI, Section J) and identified students at risk as defined by DSM-IV criteria. Our study included a large number of college freshmen, so we were able to perform our analyses with a large statistical power. All students had the opportunity to refuse their co-operation, but there were no non-responders, so selection bias was absent. The medical ethical committee of the KU Leuven approved this study.

Results

Of all 3564 consecutive students 501 (14.1; 95 confidence interval (95 CI): 12.9-15.3) met DSM-IV criteria of alcohol abuse (n = 373; 10.5; 9.5-11.5) or of alcohol dependence (n = 128; 3.6; 3.0-4.2). Of the male students 301 (18.5; 16.7-20.5) met the criteria of alcohol abuse and 96 (5.9; 4.8-7.1) of alcohol dependence, of the female students 72 (3.7; 2.9-4.6) and 32 (1.6; 1.2-2.3) respectively. More than 10 (12.2; 11.1-13.3) of these freshmen operated a vehicle under influence. This contributed in a major way to the DSM-IV conclusion.

Conclusion

In this, one of the first studies among college freshmen using DSM-IV criteria the prevalence of alcohol abuse was in excess of 10. In addition a substantial proportion of college freshmen appeared to be alcohol dependent according to DSM-IV criteria.

Samenvatting

Doel

Vaststellen van de prevalentie van overmatig alcoholgebruik en alcoholafhankelijkheid bij eerstejaarsstudenten.

Opzet

Dwarsdoorsnedeonderzoek.

Methode

Aan eerstejaarsstudenten aan de Katholieke Universiteit Leuven werd in de periode november 1995-april 1996 tijdens een verplicht routinematig medisch onderzoek gevraagd om hun medewerking te verlenen aan een onderzoek over gezondheid, dagelijkse problemen en alcoholgebruik. De diagnose van overmatig alcoholgebruik en alcoholafhankelijkheid werd gesteld op basis van DSM-IV-criteria aan de hand van het ‘Composite international diagnostic interview’ (CIDI), sectie J. Alle studenten hadden de kans om hun medewerking te weigeren, doch iedereen participeerde. Het onderzoek werd goedgekeurd door de medisch-ethische commissie van de universiteit.

Resultaten

Van de 3564 opeenvolgende eerstejaarsstudenten beantwoordden 501 (14,1; 95-betrouwbaarheidsinterval (95-BI); 12,9-15,3) aan de DSM-IV-criteria voor overmatig alcoholgebruik (n = 373; 10,5; 9,5-11,5) of alcoholafhankelijkheid (n = 128; 3,6; 3,0-4,2). Overmatig alcoholgebruik of alcoholafhankelijkheid was frequenter bij mannelijke (respectievelijk n = 301; 18,5 (16,7-20,5) en n = 96; 5,9 (4,8-7,1)) dan bij vrouwelijke studenten (respectievelijk n = 72; 3,7 (2,9-4,6) en n = 32 1,6 (1,2-2,3)). Meer dan 10 (12,2; 11,1-13,3) van de studenten bestuurde onder invloed een voertuig, hetgeen een belangrijke bijdrage vormde aan het voldoen aan de DSM-IV-criteria.

Conclusie

Van de eerstejaarsstudenten beantwoordde ruim 10 aan de DSM-IV-criteria van overmatig alcoholgebruik. Reeds op deze jonge leeftijd was er bovendien een niet onbelangrijke groep studenten die voldeed aan de criteria van alcoholafhankelijkheid.