Samenvatting
Doel
Het vaststellen van de prevalentie van humaan T-lymfotroop virus (HTLV) type I onder Nederlandse bloeddonors.
Opzet
Bevestigingsonderzoek van screeningsuitslagen.
Plaats
Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedienst van het Nederlandse Rode Kruis, afd. Virusdiagnostiek, Amsterdam.
Methode
De meerderheid (550.000) van de Nederlandse bloeddonors werd in de loop van 1993 onderzocht op aanwezigheid van HTLV-antistoffen. Voor serologische confirmatie met de ‘western blot’-test zonden 20 van de 22 Nederlandse bloedbanken bloedmonsters in van 714 donors, positief bevonden in een HTLV-screeningstest. Van 36 van deze donors was materiaal geschikt voor onderzoek met de polymerase-kettingreactie (PCR) op DNA van HTLV type I en II.
Resultaten
De western blot-confirmatietest bevestigde HTLV-infectie bij 10 van de 714 bloeddonors; 8 van deze monsters, onderzocht met de PCR-test, bleken positief voor HTLV-I-DNA. Bij 537 van de 714 ELISA-reactieve donors was de western blot-testuitslag dubieus. De PCR-test op HTLV-I-II-DNA was negatief bij 26 van deze monsters, maar het was niet uitgesloten dat er zich HTLV-dragers bevonden onder de overige donors met een dubieuze western blot-testuitslag. Wanneer men de 4 met HTLV-I besmette donors die eerder werden gevonden meetelt, komt men op een HTLV-I-prevalentie onder Nederlandse bloeddonors van 1:39.000.
Reacties