Samenvatting
Doel
Het bepalen van de prevalentie van het metabool syndroom in twee Nederlandse onderzoekspopulaties van 28-59 jaar en het vergelijken met de prevalentie van hypercholesterolemie.
Opzet
Descriptief.
Methode
Gegevens werden gebruikt van de onderzoekspopulaties uit het ‘Monitoring risicofactoren en gezondheid Nederland’(MORGEN)-onderzoek (1993-1995) en het ‘Prevention of renal and vascular end-stage disease’(PREVEND)-onderzoek (1998-1999). Het metabool syndroom werd vastgesteld wanneer personen aan minimaal 3 van de volgende 5 criteria voldeden uit de richtlijn van het ‘National cholesterol education program’, ‘Adult treatment panel III’ (NCEP-2001): hyperglykemie, lage HDL-concentratie, hypertriglyceridemie, hypertensie en abdominale obesitas. De prevalentiecijfers werden gewogen naar de Nederlandse bevolkingsopbouw naar leeftijd en geslacht in de onderzoeksjaren op basis van gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Resultaten
De prevalentie van het metabool syndroom bedroeg gemiddeld 14; 19 voor mannen en 12 voor vrouwen in het MORGEN-onderzoek, en 16 en 10 voor mannen respectievelijk vrouwen in het PREVEND-onderzoek. De prevalentie bij personen onder de 40 jaar bedroeg 12 voor mannen en 5 voor vrouwen. De prevalentie nam sterk toe met de leeftijd. Van personen met abdominale obesitas en hypertensie voldeed 68 aan de criteria van het metabool syndroom, van personen met abdominale obesitas gecombineerd met hypertriglyceridemie voldeed 94 aan de criteria. De prevalentie van het metabool syndroom vertoonde weinig overlap (4) met de prevalentie van hypercholesterolemie (≥ 6,5 mmol/l). In totaal had 26 van de onderzoekspopulaties het metabool syndroom en/of hypercholesterolemie.
Conclusie
Circa 1 miljoen Nederlandse volwassenen jonger dan 60 jaar hadden in de jaren negentig van de vorige eeuw het metabool syndroom (prevalentiecijfer 14). Op basis van het metabool syndroom dan wel hypercholesterolemie heeft een kwart van de Nederlanders onder de 60 jaar een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:2382-8
Reacties