Samenvatting
Doel
Onderzoeken van de poortwachtersfunctie van de huisarts door het verband tussen verwijzer, verwijzingen en verwijskaarten na te gaan.
Opzet
Descriptief.
Plaats
Ziekenhuizen te Groningen en Hoogeveen en 4 huisartspraktijken in de buurt.
Methode
De onderzoeksvragen werden beantwoord met de gegevens uit het geautomatiseerde Morbiditeitsregistratienetwerk Groningen (RNG) van de vakgroep Huisartsgeneeskunde en met de declaratiegegevens van de ziektekostenverzekeraars Regionaal Ziekenfonds Groningen (RZG) en Het Groene Land uit 1993.
Resultaten
In 1993 was de verhouding verwijzingen:gedeclareerde verwijskaarten voor het gehele RNG 34, variërend van 24 tot 42 in de 4 praktijken; deze verhouding varieerde per specialisme van 17-46. Het aantal verwijsindicaties was 21-33 per 100 verwijzingen voor snijdende specialismen en 25-56 voor niet-snijdende. Het aantal verwijzingen door de ‘eigen’ huisarts vormde gemiddeld driekwart van de verwijskaarten die aan de eigen huisarts werden toegerekend. De laatste 5 jaar fluctueerde het aantal verwijzingen zonder duidelijke toe- of afname.
Conclusie
Huisartsen bleken voor patiënten die eenmaal in de tweede lijn worden behandeld moeilijk de poortwachtersfunctie te realiseren. Bij onderzoek naar verwijzingen zou onderzoek naar het controlebeleid van specialisten een integraal onderdeel moeten vormen. Een terugverwijskaart kan dit onderzoek faciliteren.
Reacties