Samenvatting
Het effect van behandeling van hyperthyreoïdie door middel van thyreostatica, thyreoïdectomie en radioactief jodium bij de verschillende leeftijdsgroepen wordt besproken. Na medicamenteuze behandeling is het remissiepercentage bij de ziekte van Graves en het multinodulair struma 40 tot 50. Bij het toxisch adenoom treedt na behandeling met thyreostatica vrijwel altijd een recidief op. Na subtotale thyreoïdectomie ontstaat hypothyreoïdie bij 35 tot 49 van de patiënten. Het operatierisico is relatief hoog. Na behandeling met radioactief jodium wordt voor geen enkele leeftijdsgroep een verhoging van maligne ontaarding en (of) genetische afwijkingen gezien.
Op iedere leeftijd dient in het algemeen behandeling met radioactief jodium de voorkeur te hebben boven subtotale thyreoïdectomie.
Reacties