'De pil' en kanker van de vrouwelijke geslachtsorganen en de mamma

Klinische praktijk
C.W. Burger
A.E. Bouwma
G.C. Stellingwerff
P. Kenemans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:16-5

In 1962 kwam ‘de pil’ in Nederland als anticonceptivum ter beschikking. De pil is het populairst bij jonge, ongehuwde, seksueel actieve vrouwen. Sedert de introductie is de dagelijkse oestrogeendosis (bijna uitsluitend in de vorm van ethinylestradiol) aanzienlijk verlaagd, van aanvankelijk 150 µg naar 50 µg, vervolgens naar 30 µg, en in één preparaat tenslotte naar 20 µg. De verlaging van de oestrogeendosis had tot gevolg dat bijwerkingen als misselijkheid, gewichtstoename, hoofdpijn, pijn in de borsten en cardiovasculaire effecten minder optraden.1 In Nederland worden nu voornamelijk orale anticonceptiva (OAC) met 30-35 µg ethinylestradiol gebruikt, de zogenaamde sub-vijftigers. Als progestagene component worden levonorgestrel, norethisteron en lynestrenol gebruikt. De nieuwe progestagenen gestodeen, norgestimaat en desogestrel hebben een minder androgene bijwerking en minder effect op serumlipiden en glucosestofwisseling. In tabel 1 staan de thans in Nederland verkrijgbare OAC-preparaten vermeld.

Na aanvankelijk geruststellende berichten in de jaren zeventig met betrekking tot eventuele carcinogene neveneffecten…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Vrije Universiteit, afd. Verloskunde en Gynaecologie, De Boelelaan 1117, 1081 HV Amsterdam.

Dr.C.W.Burger en prof.dr.P.Kenemans, gynaecologen.

Vrije Universiteit, Faculteit der Geneeskunde, Amsterdam.

A.E.Bouwma en G.C.Stellingwerff, medisch studenten.

Contact dr.C.W.Burger

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties