Samenvatting
Veel ouderen hebben milde lichamelijke afwijkingen.
Het is bij ouderen moeilijk onderscheid te maken tussen fysiologische ouderdomsveranderingen en afwijkingen door ziekte.
Veel aandoeningen uiten zich bij ouderen met aspecifieke klachten of verschijnselen.
De relevantie van een afwijking kan beoordeeld worden door de patiënt als eigen referentie te gebruiken: in hoeverre is zijn of haar toestand veranderd?
Het toeschrijven van afwijkingen aan ziekte in plaats van veroudering is alleen zinvol als dit therapeutische consequenties heeft voor de patiënt; het functioneren van de patiënt is hierbij een belangrijke maat.
Fysische diagnostiek oudere patiënt
In het artikel staat: " Doordat de ooglens minder elastisch wordt, treedt met het stijgen van de leeftijd verziendheid op, gewoonlijk na het 40e levensjaar." Hier had volgens mij oudziendheid moeten staan. Verziendheid heeft niets met de elasticiteit van de ooglens te maken, alleen zal een verziende persoon wel sneller klachten van oudziendheid krijgen.
Jan de Waard, huisarts
Fysische diagnostiek oudere patiënt (antwoord auteur)
Geachte collega,
U heeft gelijk. Om verwarring te voorkomen had er beter "ouderdomsverziendheid" of "slecht zien op korte- of leesafstand" kunnen staan. Strikt genomen wordt de term verziendheid meestal voor hypermetropie gebruikt dat oorzakelijk iets anders is dan presbyopie.
Harianne Hegge