Samenvatting
Niet-afwijkende darmgeluiden vertonen een grote variatie, zowel in intensiteit, klanksamenstelling als frequentie.
Door de grote fysiologische variatie is de klinische betekenis van darmgeruisen beperkt.
Er zijn geen bewijzen dat ‘gootsteengeruisen’ klinische betekenis hebben.
Een ileus door darmobstructie gaat vaker gepaard met zeer levendige darmgeruisen dan met sterk verminderde of afwezige geruisen.
Bij 4-20% van de jong-volwassenen zijn systolische vaatgeruisen in epigastrio waarneembaar die niet berusten op een afwijking.
Er is geen bewijs dat een aneurysma van de aorta abdominalis een souffle veroorzaakt.
Een souffle betekent een sterk verhoogde kans op een nierarteriestenose bij mensen met een moeilijk instelbare hypertensie, vooral als de souffle ook hoorbaar is in de diastole.
Reacties