Samenvatting
In de eerste decennia van de huidige eeuw was het klinisch wetenschappelijk onderzoek vrijwel uitsluitend gebaseerd op het gedachtegoed van de ‘experimentele geneeskunde’ van Claude Bernard, waarbij arts-onderzoekers probeerden om laboratoriumexperimenten na te bootsen aan het ziekbed. Vervolgens deden zich twee ontwikkelingen voor: de ‘basiswetenschappen’ dienden zich aan met experimenten op cellulair en moleculair niveau, en het statistisch en epidemiologisch redeneren in de geneeskunde kwam op. Aan het begin van de statistiek is de naam van Austin Bradford Hill verbonden. De epidemiologie van chronische ziekten ontstond in Engeland, doch aan de verdere ontwikkeling hebben vooral de onderzoekers van de universiteiten van Harvard, Johns Hopkins en Yale (Verenigde Staten) en van McMaster (Canada) bijgedragen. In Nederland ontstonden in de jaren zeventig epidemiologieafdelingen aan de universiteiten, waarbij de collectebusfondsen een stimulerende invloed hadden.
Reacties