Samenvatting
-
De NHG-Standaard ‘Perifere aangezichtsverlamming’ geeft de huisarts richtlijnen voor diagnostiek en behandeling van patiënten met een perifere aangezichtsverlamming.
-
Bij ongeveer twee derde van de patiënten met een aangezichtsverlamming wordt hiervoor geen oorzaak gevonden.
-
De diagnose van deze zogenoemde idiopathische aangezichtsverlamming wordt gesteld op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek; aanvullend onderzoek is niet geïndiceerd.
-
Het natuurlijk beloop van een idiopathische perifere aangezichtsverlamming is meestal gunstig: onbehandeld herstelt 65-85% van de patiënten.
-
Behandeling met corticosteroïden wordt aanbevolen voor alle patiënten met een idiopathische perifere aangezichtsverlamming, ongeacht de ernst van de verlamming. Dit vergroot de kans op herstel met ongeveer 10%.
-
Behandeling met antivirale middelen wordt niet aanbevolen.
Reacties