Samenvatting
Er wordt een kwantitatieve beschrijving gegeven van de omvang van de radiodiagnostiek in Nederland. Voor de intramurale radiodiagnostiek zijn deze cijfers gebaseerd op jaarlijkse enquêtering van alle afdelingen voor radiodiagnostiek in Nederland. Daarnaast is gebruik gemaakt van produktiecijfers van de industrie (apparatuur, röntgenfilm en contrastmiddelen). De overige cijfers zijn verzameld uit de internationale literatuur. Bij analyse van deze gegevens blijkt dat de ‘consumptie’ van radiodiagnostiek in Nederland in vergelijking met de consumptie in de westerse wereld tot de laagste behoort. Alleen voor het gebruik van 35 mm film (vooral in gebruik voor coronaire angiografie) staat Nederland op de wereldranglijst op de tweede plaats.
In Nederland is ook het gebruik van röntgenfilm en contrastmiddelen relatief laag. Mede hierdoor is de stralenbelasting van de bevolking ten gevolge van radiodiagnostiek aanzienlijk lager dan in de rest van West-Europa, Japan en de USA.
Er wordt een groeiende achterstand gesignaleerd in het gebruik van nieuwe beeldvormende technieken, zoals echografie, computertomografie en ‘magnetic resonance imaging’ (MRI). Ook het gebruik van de laag-osmolaire contrastmiddelen is in Nederland aanmerkelijk lager dan in West-Europa en Japan.
Reacties