Sedert 1983 komen vertegenwoordigers van de hieronder als eerste 6 genoemde instellingen regelmatig bijeen voor onderling beraad over de instandhouding en uitbreiding van de bibliotheken en verzamelingen die zij helpen beheren. Deze twee taken zijn moeilijker te volvoeren naarmate de geldgevers – overheid, particulieren, stichtingen en verenigingen – moeilijker tijden doormaken, terwijl bovendien druk op de fondsen wordt uitgeoefend door instituten en vakgroepen die hoger ‘scoren’ naar de maatstaven die voor bèta-faculteiten gelden. De samenwerkende medisch-historische instellingen menen echter dat de geschiedenis der Geneeskunde een wezenlijke bijdrage kan leveren aan hedendaagse en toekomstige ontwikkelingen, doordat zij de realiteit in historisch perspectief plaatsen en daarmee de oorsprong van deelproblemen verhelderen. In feite hebben deze historische instituten, met het karakter van alfa-geneeskunde, zelfs een hoge produktie.
In de eerste plaats treden zij gezamenlijk op om beter zichtbaar te zijn. Zij willen daarbij de interesse wekken van de jonge generatie en een ieder…
Reacties