Eind 1987 verscheen een uitvoerig rapport over de groei van het speciaal onderwijs (SO).1 In dit artikel willen wij aandacht vragen voor enkele aspecten van die groei die in dat rapport niet of slechts in beperkte mate aan de orde zijn gesteld. Voorts willen wij enkele gedachten voorleggen omtrent de mogelijke oorzaken van de groei van het speciaal onderwijs.
Beziet men het aantal leerlingen dat onderwijs volgt aan scholen voor SO (het vroegere buitengewoon onderwijs), dan valt onmiddellijk de aanzienlijke stijging op die zich in de laatste decennia heeft voorgedaan. Om te verhinderen dat de toenemende bijdrage van het voortgezet SO de vergelijking tussen de opeenvolgende jaren verstoort, zijn hier en in volgende becijferingen steeds uitsluitend SO-leerlingen van 5-14 jaar geteld; alle cijfers zijn ontleend aan publikaties van het CBS.2 Waren er in 1970 (een vrij willekeurig gekozen referentiejaar) nog 66.109 leerlingen, in 1987 waren het er 82.972…
Reacties