Samenvatting
Doel
Het bepalen van de effectiviteit van influenzavaccinatie bij ouderen.
Opzet
Gerandomiseerd, dubbelblind, placebo-gecontroleerd onderzoek.
Plaats
Vijftien huisartspraktijken in Zuid- en Midden-Limburg gedurende het influenzaseizoen 1991‘92.
Methode
Van 1838 personen in de leeftijd van 60 jaar en ouder van wie niet bekend was dat zij behoorden tot een risicogroep waarin voorheen reeds vaccinatie tegen influenza werd gegeven, werden er 927 gevaccineerd door intramusculaire injectie met gezuiverd subunit-vaccin van ASingapore686 (H1N1), BBeijing35389 (H3N2), BPanama4590 en BBeijing187; de overige 911 kregen fysiologisch zout. Patiënten met symptomen van influenza werden door de huisartsen gedurende de onderzoeksperiode (5 maanden) geregistreerd; de deelnemers zelf vulden vragenlijsten in bij vermoeden van influenza, 10 en 23 weken na de vaccinatie; serologisch werd influenza aangetoond geacht bij een 4-voudige antistoftiterstijging tussen 3 weken en 5 maanden na vaccinatie.
Resultaten
De incidentie van serologisch bewezen influenza was in de vaccingroep 4 tegenover 9 in de placebogroep (relatief risico (RR): 0,50; 95-betrouwbaarheidsinterval (95-BI): 0,35-0,61). De frequentie van klinische influenza (diagnose volgens huisarts) was respectievelijk 2 en 3 (RR: 0,53; 95-BI: 0,39-0,73). Vaccinatie leverde de meeste bescherming op bij het complete beeld van influenza (klinische en serologisch bewezen influenza; RR: 0,42; 95-BI 0,39-0,73). Naarmate de deelnemers ouder waren, leek het effect van vaccinatie af te nemen.
Conclusie
Influenzavaccinatie bij ouderen kan tijdens een griepepidemie de incidentie van serologisch en klinisch aangetoonde influenza halveren.
Reacties