Vorig jaar trok het boek van Trudy Dehue, De depressie-epidemie, overal veel aandacht,1 en de door haar opgeroepen discussie woedt nog steeds met verbazingwekkende hardnekkigheid voort in de media en in publieke debatten. Hoe komt dat? Opvallend in het boek en de discussie daarover is de definitie van het ziektebegrip ‘depressie’; ‘depressie’ wordt daarin gedefinieerd door de maatschappij. Maar klopt dat wel? Is een dergelijke definitie van ziekte geschikt om conclusies te trekken over de vraag of er een depressie-epidemie is? Is deze economische benadering een weergave van de realiteit van patiënten met een depressie, en hun behandelaars? En is er een alternatief?
Ziektebegrip
Het ziektebegrip is te beschrijven vanuit 3 referentiekaders, die in het Engels beter te verwoorden zijn dan in het Nederlands: ‘disease’, ‘illness’ en ‘sickness’. ‘Disease’ komt overeen met ziekte zoals die volgens het medisch model wordt omschreven, met een etiologisch substraat, kenmerkende symptomen, een…
De depressie-epidemie; voldoet het economisch perspectief?
Het commentaar op het boek van Trudy Dehue vond ik zeer verhelderend. Omtrent de reden dat zo weinig patiënten daadwerkelijk in behandeling komen voor een depressie, heb ik nog een toevoeging. Een van de symptomen bij een depressieve patient is een negatief zelfbeeld. Dat beinvloedt in hoge mate de bereidheid van patiënten om een behandeling te accepteren. Ze hebben het gevoel de inspanning en het geld niet waard te zijn. "Ach, laat me maar, het zal wel weer over gaan". Ik heb het idee dat daarom de uitval tijdens het behandeltraject ook erg groot is. Overigens is het boek van Trudy Dehue ook om andere redenen erg boeiend: de steeds verder voortgaande verstrengeling van wetenschappelijk en commerciële belangen, zeer verontrustend.
Hans Huisman, huisarts