Samenvatting
In de periode juni 1986 tot januari 1988 werd bij 70 patiënten een operatie verricht wegens tachycardie-aanvallen door aanwezigheid van een extra verbinding tussen boezem en kamer. Van de 73 extra verbindingen werden er 69 met succes onderbroken; bij 5 patiënten moest een tweede operatie worden uitgevoerd en bij 1 patiënt werd een succesvolle catheterablatie verricht. Bij 4 patiënten bleef geleiding over de extra verbinding na de operatie bestaan. Twee van deze patiënten hebben medicamenteuze behandeling nodig wegens terugkeer van de tachycardie-aanvallen.
Door het hoge succespercentage en de lage morbiditeit is chirurgische onderbreking van een extra verbinding tussen boezem en kamer een aantrekkelijke behandelingsmogelijkheid voor patiënten bij wie een extra verbinding tussen boezem en kamer verantwoordelijk is voor de tachycardie-aanvallen.
Reacties