De buitencategorie

Wim Opstelten
Wim Opstelten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162:B1488

artikel

Vanachter mijn bureau kijk ik uit op de Dolomieten. Stoere bergen met besneeuwde toppen en een klein bergkapelletje. In de groene wei staan wat koeien. Als ik heel goed luister, hoor ik hun bellen rinkelen. Een vredig tafereel dat als een rustpunt is tijdens een hectisch spreekuur.

Dit uitzicht kreeg ik van een inmiddels 97-jarige patiënte. Ze was getrouwd geweest met een Italiaan, die vroeg overleed; hun huwelijk bleef kinderloos. Ik heb hem nooit gekend, maar door al haar verhalen voelt het alsof we al jaren met elkaar optrekken. In haar goede tijd schilderde mijn patiënte. Ze had daarvoor geen opleiding genoten, maar was zeker getalenteerd. Van een ansichtkaart schilderde ze het uitzicht, waarvan ik nu dagelijks geniet. Technisch niet perfect, maar heel kleurrijk en met een krachtige uitstraling. Het hing boven haar schoorsteenmantel en toen ze – alweer enige jaren geleden – naar een verzorgingshuis verhuisde, deed ze het mij cadeau. Voor een kunstkenner een niemendalletje, voor mij van grote waarde.

In dit nummer zwengelt Zegers de discussie aan: hoe moeten wij dokters omgaan met cadeaus van patiënten (D2568)? De flessen wijn, de bossen bloemen, de dozen Merci… velen van ons zullen dit herkennen. Iedere keer zijn we weer blij verrast en voelen we ons gevleid bij zo’n tastbare uiting van dankbaarheid. Soms min of meer verwacht, niet zelden uit onverwachte hoek. Maar het krijgen van een cadeau kan ook een ongemakkelijk gevoel geven. Het gevaar ligt immers op de loer dat zo’n cadeau een tegenprestatie verwacht of de patiënt in een voorkeurspositie plaatst ten opzichte van andere patiënten. Zegers schetst een aantal praktische overwegingen om dit te beoordelen: of het vóór of na de behandeling wordt gegeven, de aard van het cadeau en vooral de proportionaliteit van de geste. Ook de KNMG heeft hiervoor gedragsregels opgesteld. Allemaal heldere adviezen, die ons helpen om zuiver te handelen naar onze vrijgevige patiënten én naar onze patiënten die geen cadeau geven.

Bijzonder zijn voor mij de cadeaus van de buitencategorie: de attenties die iets persoonlijks vertellen over de patiënt, en die vaak worden gegeven bij het afsluiten van een lange periode van intensief contact. Het boek over astronomie dat ik postuum kreeg van een sterrenkundige, het geborduurde tafelkleed van een oud-verpleegster, de bouwplaat van een vrachtwagen van een Van Gend en Loos-chauffeur… allemaal stukjes levensgeschiedenis van patiënten die voor mij de herinnering aan hen levend houden. Ik koester ze.

In onze bijkeuken staat het kartonnen eierrek van mijn inmiddels overleden eierboertje. Versleten na vele jaren trouwe dienst. Maar weggooien kan ik het nog niet.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties