Samenvatting
Doel
Beoordeling van de betrouwbaarheid van de diagnosecodering door de dienst Medische Codering (DMC), voor registratie van polytrauma-patiënten en beschrijving van epidemiologie en sterfte van de hierbij onderzochte polytrauma-patiëntengroep.
Opzet
Retrospectief en descriptief.
Plaats
Academisch Ziekenhuis der Vrije Universiteit te Amsterdam.
Methode
Uit de gegevens van 207 ernstig gewonde patiënten, in het jaar 1992 binnengebracht op de afdeling Eerste Hulp, werd de ‘Injury severity score’ (ISS) berekend. Van de patiënten met een ISS ≥ 18 werden vervolgens de oorzaak en de gevolgen van het letsel bestudeerd. De door de DMC afgegeven diagnose-codes (‘International classification of diseases-9 clinical modification’), waaruit de ‘Abbreviated injury score’ (AIS) en de ISS kunnen worden berekend, werden geverifieerd.
Resultaten
Van de 207 ernstig verwonde patiënten werden 24 na stabilisatie wegens plaatsgebrek naar elders overgeplaatst. Van de resterende patiënten hadden 124 een ISS ≥ 18. Er overleden 44 polytrauma-patiënten gedurende hun verblijf in het ziekenhuis. Van hen overleden 21 (48) gedurende de eerste 2 h; 28 patiënten (64) overleden binnen 24 h. De belangrijkste doodsoorzaak was neurologisch letsel (5,9), gevolgd door verbloeding (30). Verkeer (61) en val of sprong van hoogte (27) waren tezamen in 88 van de gevallen de oorzaak van het trauma. De gemiddelde ISS was 29, met een maximum van 66. Van de patiënten had 80 een hoofd-halsletsel.
De codering van hersenletsel door de DMC leverde het grootste aantal verschillen op. Aangezien door dit letsel vaak hoge AIS-waarden worden gescoord, leiden kleine verschillen in de AIS-waarden door de exponentiële omzetting al tot onacceptabele verschillen in ISS-waarden.
Conclusie
Polytrauma-patiënten behoeven vanwege de grote sterfte in de eerste 24-uur snelle en adequate hulp. De diagnose-codering van de DMC is niet voldoende betrouwbaar voor registratie van polytrauma-patiënten.
Reacties