De betrouwbaarheid van de registratie van de perinatale sterfte in Nederland, onderzocht voor de gemeente Amsterdam

– All 13 hospitals in the municipality of Amsterdam cooperated in the study; labour ward records over the years 1981-1982 were personally searched for cases of perinatal death that corresponded to the WHO definitions of perinatal mortality, currently applied in The Netherlands. The 360 cases that had apparently occurred in the Amsterdam hospitals were individually linked to the cases that had been entered into the national records at the Central Bureau of Statistics.

The study established that underregistration of perinatal mortality is considerable (14.3). Underregistration at the national level is due to underreporting by physicians and not due to errors in statistical bookkeeping. Underreporting is related to birth weight and viability of the infant and immigrant status of the mother. Recommendations are made to improve uniformity of notification criteria and reliability of perinatal mortality statistics.

Samenvatting

Onderzocht werd de registratie door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) van de gevallen van perinatale sterfte die in de jaren 1981 en 1982 voorkwamen in de Amsterdamse ziekenhuizen. Van de 343 opgespoorde gevallen van klinische perinatale sterfte kwamen 49 (14,3) niet in de registratie van het CBS voor. De statistische bewerking op het CBS bleek zeer accuraat te zijn; de fouten in de registratie zijn te wijten aan het niet-aangeven van sterfgevallen.

Aangifte werd relatief vaak achterwege gelaten bij een geboortegewicht < 1000 gram en een zwangerschapsduur van < 28 weken, bij sterfte binnen 24 uur van zeer kleine kinderen en bij kinderen van Turkse en Marokkaanse ouders. De koppeling van aangifteplicht en plicht tot begraven of cremeren lijkt bij te dragen aan de neiging aangifte achterwege te laten.