De betekenis van de thyreoglobulinebepaling bij de follow-up van patiënten met een papillair offolliculair schildkliercarcinoom

Opinie
G. Hennemann
I.Ph.H. Hennemann
R. Docter
E.P. Krenning
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1989;133:491-3

Zie ook de artikelen op bl. 489 en 494.

Sinds ruim 10 jaar wordt gebruik gemaakt van bepaling van het thyreoglobuline(Tg)-gehalte in het bloed bij patiënten die behandeld zijn wegens een papillair of folliculair schildkliercarcinoom om na te gaan of zij wel of niet vrij zijn van metastasen. Het unieke van thyreoglobuline is dat dit eiwit, dat een belangrijke rol speelt in de schildklierhormoonsynthese, alleen door de schildklier wordt geproduceerd. Dit betekent dat, indien er geen schildklierweefsel in het lichaam aanwezig is, er ook geen thyreoglobuline meer in het bloed circuleert. Aangezien de meeste papillaire of folliculaire carcinomen in meerdere of mindere mate ook thyreoglobuline produceren, kan dit eiwit dienen als tumormarker.

Hoewel de incidentie van het schildkliercarcinoom laag is (50 per 106 personen per jaar), is de frequentie van het vóórkomen van papillair en folliculair carcinoom binnen de totale groep van schildkliercarcinomen hoog, circa 90.1 Slechts…

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt, Dr. Molewaterplein 40, 3015 GD Rotterdam.

Afd. Interne Geneeskunde III: prof.dr.G.Hennemann, internist; I.Ph.H.Hennemann, medisch doctorandus; ir.R.Docter, biochemicus.

Afd. Nucleaire Geneeskunde en afd. Interne Geneeskunde III: dr.E.P.Krenning, internist.

Contact prof. dr. G.Hennemann

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties